Glazuren samenstellen
Er zijn tenminste twee basiselementen nodig om een glazuur samen te stellen: een glasvormer (bijvoorbeeld siliciumoxide of aluminiumoxide) en één of meer smeltmiddelen of vloeimiddelen (bijvoorbeeld loodoxide en boor).
Het smeltpunt van Silicium is 1700°C, maar door er een smeltmiddel aan toe te voegen kan je het al op 1000°C in de keramiekoven laten smelten. Daarnaast voeg je stabilisatoren toe zoals aluminium, lithium oxide, natrium oxide, kalium oxide, calcium/krijt, magnesium oxide en zinkoxide. Kleine percentages Aluminium, meestal uit koalien, worden in veel glazuren gebruikt. Stoffen die schadelijk zijn of in wateroplosbaar worden in de vorm van fritte toegevoegd aan de glazuur.
Voor gebruiksgoed wordt afgeraden om frittes met schadelijke loodverbindingen (lood-boorfritten en lood-alkaliboor fritte) te gebruiken. In plaats van deze loodhoudende stoffen is Boor wél een zeer geschikte grondstof voor aardewerkglazuren, omdat het zowel een glasvormer als een smeltmiddel is.